VORDEN – ‘Hier wordt aan herstel gewerkt.’ Het bordje spreekt boekdelen. Urtica de Vijfsprong in het buitengebied van Vorden biedt specialistische GGZ behandelingen bij verschillende psychische problemen en kwetsbaarheid. Het betrokken behandelteam kiest voor een bijzondere en succesvolle aanpak waarbij de natuur een belangrijke rol speelt. “Het is goed dat mensen weer gaan voelen. Dat is de weg naar herstel.”
Urtica de Vijfsprong is al ruim 40 jaar een plek waar zorg, landbouw en natuur samenkomen. De instelling geldt als een woon-werk gemeenschap en biedt daarnaast behandeling aan mensen met een psychische kwetsbaarheid. De basis wordt gevormd door een diepgewortelde overtuiging om te handelen vanuit liefde, wederkerigheid en respect voor de natuur en voor elkaar. Om zo stappen te maken naar een bewustere wereld. Wonen, werken, begeleiden en behandelen. Het is bij Urtica de Vijfsprong in goede vertrouwde handen. Het ambulante behandelteam is één van de voorlopers van de Groene GGZ. Dat betekent dat de positieve werking van de natuur wordt meegenomen in de behandelingen, bijvoorbeeld met de ‘Herstellen in het Groen’ groepen. Cliënten gaan tijdens werkzaamheden en wandelingen concreet aan de slag met hun behandeldoelen. Het team zorgt voor de behandeling en bestaat uit een psychiater, GZ-psychologen, verpleegkundig specialisten, vaktherapeuten, (muziek, beeldend en PMT) GGZ-agogen, (antroposofisch) verpleegkundigen en sinds kort ook een ervaringsdeskundige. De behandelingen zijn vaak in groepsverband, maar individueel zijn er ook mogelijkheden. Psychiatrisch verpleegkundige Anne-Marie van Veen en GGZ-agoog Wynanda Golstein zijn teamleden. Zij zien dat cliënten zinvol bezig zijn en meer balans in hun leven krijgen. “Herstellen in het groen werkt echt goed. Je komt dan verschillende uitdagingen tegen die vergelijkbaar zijn met het dagelijks leven. Ook qua relaties met anderen. Het zorgt voor verbinding en structuur. Je ziet dat mensen stappen maken in hun ontwikkeling. Ze leren wat hun grenzen zijn en dat te benoemen.” De resultaten van de behandelingen zijn uitermate positief. Daarbij is het werken in de natuur een essentieel onderdeel en een prettige bijkomstigheid. Een grote moestuin, maar ook het werkgebied vee, huis, tuin en zuivel of andere klussen op het erf staan ter beschikking. “Ze planten en oogsten en werken met levende dieren. Alles gericht op voelen. Want veelal zitten mensen in hun hoofd. ‘Probeer maar’, zeggen we. Er is ruimte om te groeien. Dat schept de mogelijkheid om je leven vorm te geven. Je gaat jezelf ontdekken.”
Herstellen in de natuur, is in ons land nog geen gangbare behandelmethode. Urtica de Vijfsprong is voorloper in de Groene GGZ. Dat betekent dat deze mogelijkheid elders in de regio nog amper wordt aangeboden. Desondanks wordt er niet met een wachtlijst gewerkt. “We hebben ons team uitgebreid en zijn klaar voor groei. Dat betekent dat belangstellenden gelijk geholpen kunnen worden. Dat is wel fijn gezien de lange wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg.”
Urtica de Vijfsprong biedt zowel groeps- als individuele behandeling. Het programma wordt zoveel mogelijk afgestemd op jouw persoonlijke situatie en mogelijkheden. Dat gebeurt altijd in overleg met elkaar. De eigen regie staat hierbij centraal. Iedereen met een psychische hulpvraag (volwassenen) kan zich aanmelden, een verwijzing van de huisarts of specialist is wel nodig. Voor meer informatie of aanmelden: www.urticadevijfsprong.nl/behandeling
Op donderdag 15 mei wordt er een verwijzersmiddag gehouden voor huisartsen, praktijkondersteuners, vrijgevestigde psychologen en overige collega’s. Ze krijgen dan een indruk van hoe er door het gespecialiseerde GGZ-team van Urtica de Vijfsprong wordt gewerkt waarbij het ‘Herstellen in het Groen’ een belangrijk onderdeel vormt.
Verscholen tussen de bossen in de Achterhoek ligt Urtica-de Vijfsprong. Behalve mensen met een verstandelijke beperking, wonen en werken hier mensen met een psychische kwetsbaarheid: angst- of stemmingsklachten, of bij herstel na psychose of trauma. Ze komen er voor behandelingen of voor dagbesteding. Veel van de behandelingen vinden buiten plaats. Een interview met Marike, GGZ-agoog
Damian: “Ik maak schaalmodellen van de kastelen rond Vorden.”
Hoe ben je op dit idee gekomen?
“Ik hou van schaalmodellen en zag op youtube iemand die maakte ze zelf van papier. Toen ben ik het ook gaan proberen, maar dan met gestapeld karton. Eind vorig jaar heb ik het World Trade Center gemaakt. Toen er weinig te doen was vanwege coronamaatregelen kwam ik op het idee om kasteel Hackfort te maken.”
Hoe heb je het aangepakt?
“Eerst maakte ik een concept en dat lukte en toen ben ik gestart met op schaal bouwen. Ik maak het van de kartonnen voor crème fraiche potjes uit de Zuivel. Ik maak allemaal laagjes op elkaar. Door al die laagjes en dat te schuren krijg je een steen-effect. Voor zover ik weet ben ik de enige die dit zo van laagjes karton maakt. Ik meet of het symetrisch is. Een torentje doe ik gewoon op gevoel, daarvoor kijk ik goed naar de foto’s. Ramen en andere details maak ik op papier en plak ik erop. Goed nadenken, veel tijd ervoor nemen. Van foto’s kijk ik hoe het eruit ziet.”
“Sommige details maak ik net wat anders dan hoe het in het echt is, dit om de privacy te waarborgen en rekening te houden met inbraakgevoeligheid.
Dan plak ik sommige delen met goudpapier af. Ook de delen die ik niet kan zien omdat ik daar geen foto’s van kan vinden.”
Zelfs de burgemeester heeft jou hierover gesproken. Hoe wist zij dat je dit maakt?
“Ik heb het op facebook gezet. Op de pagina van ’Je bent vordenaar als…’
Blijkbaar was daar ook een verslaggever van de Stentor bij en hij had er wel respect voor. Toen heeft hij er een krantenartikel over gemaakt.
Na Hackfort heb ik kasteel Vorden nagemaakt. De eigenaar van kasteel Vorden nodigde me uit. Ze heeft me gevraagd om op 10 december 2020 alle 8 kastelen daar te exposeren. De kasteelbezoekers kunnen ze dan bekijken.
Ik ben nu met de 4e bezig. Hierna komen de makkelijker varianten, die wat vierkanter zijn. Dus dat gaat helemaal goed komen. Op 10 juli onthul ik er weer twee op social media. Namelijk Wildenborch en de Wiersse.”
Wat doet het met je, dit maken en dan al die aandacht ervoor?
“Al die aandacht ervoor vind ik wel leuk, dat gebeurt niet vaak. Ik ben blijkbaar creatiever dan ikzelf gedacht had. Toen ik de eerste af had was ik zelf verbaasd, dat ik dat blijkbaar kan.”
“Ik weet nu dat ik blijkbaar veel doorzettingsvermogen heb. Ik ben precies, en kan bedenken hoe ik het kan realiseren. Zoals met die laagjes.”
“Het is super gaaf om te doen. Ik ben gek van modelbouw en vind het leuk om iets met mijn handen te maken, een bezigheid te hebben. Ik houd van de vormen. Het hoort wel bij Vorden vind ik, schaalmodellen van alle acht kastelen.”
“Er zijn ook mensen die het willen kopen. Ik vind het leuk als het geëxposeerd wordt, maar daarna wil ik ze gewoon weer hier op de plank hebben.
Als de acht kastelen klaar zijn ga ik misschien wel het voetbalveld van Vorden maken, maar daarvoor moet ik nog een plan maken.”
Februari 2022. Op perron 3 in Zutphen begint het avontuur. Druk pratend, vol verwachting klopt ons hart. Ja, daar ziet Pippa de trein komen. Ze heeft mij vol trots haar rode trui met witte letters PARIS laten zien. Miran, Beate, Albert, Mirjam, Marianne en Martijn lopen de trein in. Op Arnhem centraal zien we op de schermen dat de RE 19 naar Düsseldorf gaat. We lopen richting de zijde van Sonsbeekpark. In de donkerte worden we al verwelkomd door de conductrice die haar hoofd door het raampje van de machinist steekt. We zijn ruim op tijd. Marianne ziet Albert de Vries aan komen lopen, Compleet!
De RE 19 rijdt weg en vliegt de Nederlandse stations voorbij. In zevenaar stopt hij nog even. Aussteigen an rechten seite ….. Horen we, totdat hij stopt op het eindpunt Dusseldorf Haubtbahnhof. Welke trein moeten we nu hebben? Staan we op het juiste perron? of toch niet. De hele stoet zet zich in beweging als we erachter komen dat we nog een stukje moeten lopen. 100 meter zijn we nu al dichter bij Oostenrijk! In de ICE 623 in wagon 23, drie uur lang naar buiten kijken, lezen, babbelen en daar is station Nürnberg een volgende overstap. Onderweg merken we dat de trein zo hard gaat dat als we een foto moment zien, er weer een boom, tunnel of muur voor staat. Toch lukt het soms om een mooie kerk, kasteel of landschap te knippen.
Linz aangekomen, uit de trein naar boven, daar staan Peter, Rainer, Lucas en Wiebe. Dit zijn mensen uit de andere groepen uit Duitsland en Oostenrijk die bij ons deze week aansluiten. Peter wenkt ons, Wiebe wijst ons naar zijn bus. In de bus heerst wederom een uitgelaten stemming, verwondert over de kerstman die de arreslee gemist heeft en nog voor een winkel staat.
Wiebe spreekt Nederlands tot onze verassing, Miran vraagt hoe dat kan, vol trots zegt hij dat hij in Friesland geboren is. Na een kleine file razen we naar restaurant “Ernst” vlakbij de Donau. Daar ontmoeten we de andere Duitsers en Oostenrijkers. Laat dat eten en drinken maar aan Oostenrijkers over bedenk ik mij. We krijgen de bus van Wiebe mee en reizen naar ons hotel alvorens we eerst de verkeerde afslag op een bijzondere kruising genomen hebben. Na 5 minuten keren we om en maken we een mooie bocht onder een brug door en rijden we zeer dicht bij de Donau op een zeeeerrr smalle weg in de mist naar ons Hotel. Marianne heeft het Pinguïnspel weer meegenomen. Dan gaan we ieder naar onze eigen kamer en gaan slapen.
’s Morgens staat Aachim bij de deur van de grote feestzaal ons te verwelkomen met een lichte spanning op zijn gezicht, jullie zijn net op tijd. Binnengekomen loop ik met Martijn de grote zaal in. Iedereen zit al op zijn plaats. Ik kijk rond en herken hier en daar een gezicht, een verwelkoming die ik niet had verwacht. Zingen, spreuken en uitleg over wat er komen gaat. Af en toe staat er iemand op en loopt de zaal uit, niemand kijkt op iedereen laat gebeuren wat er gebeurt. Dan worden de werkgroepen bekend gemaakt: Gunter houtwerkplaats, Elizabeth in de stal, Rainer in de bakkerij, Maria in het koffiecafe. Martijn gaat naar het hout, ik ga met hem mee. ín de werkplaats gaan we latten schuren. Die een onderdeel worden van een balustrade voor het nieuwe terras. Een nieuw onderdeel aan deze prachtige boerderij. Door zijn hoogte heeft het iets van een slot of een Schlöss zoals ze dat hier in Oostenrijk zeggen. Leerling Gunter laat ons zien hoe het gedaan moet worden. Peter uit Duitsland wordt geraakt door de diepe verbinding die leerling Gunter heeft met het hout.
Dan wordt er stipt om 12:00 uur gegeten. Ik sluit met Martijn aan bij de tafel waar onze chauffeur van de eerste dag, Wiebe, een oudere wijze man met lange witte haren, met Thomas zit te praten. Thomas heeft ons in de ochtendkring een Euritmie oefening laten zien die we allemaal nadeden. Een oefening waarin we ons openen in het licht en dit naar de aarde brengen. ‘s Avonds wordt er in een restaurant gegeten.
De volgende dag sta ik met ik met boerin Elizabeth in de koeienstal, samen met een andere Urticaan en nog vier anderen. Christiaan gaat “voordoend”, gefocust het uitmesten van de paardestal demonstreren. Samen met iemand uit de Duitse club mest ik de ruimte uit. Elisabeth duidt mijn handelingsimpuls als verbindend-ondersteunend. Dan zijn er nog maar 10 minuten over, en moet nog alles opgestrooid worden. Als een razende in de hoogste versnelling, als een geoliede machiene vliegt het stro rond.
’s Middags mogen we met Konrad mee voor een rondleiding. 25 jaar geleden is de boerderij gekocht van een weduwe en omgebouwd tot wat het nu is. Er wonen 16 mensen en er komen nog eens 10 mensen elke dag werken. Een klein doolhof waar ik na twee dagen de weg begin te vinden. We mogen in Silka haar kamer kijken. Miran ziet een mooie pop in bed liggen en Martijn wordt gegrepen door een Maria afbeelding op antroposofische wijze geschilderd. Aachim woont er ook met zijn vrouw en twee kinderen. Ik kom Alfa tegen in de grote kas en we bekijken de wintergroente: veldsla, rucola en spinazie. Buiten is Olivier met een trekker in de weer, Aachim staat wat te doen in de werkplaats. Julia en Johannes schilderen in het schildersatelier, de fruitbomen staan in de knop, de mist verhindert ons het zicht maar maakt er een sfeervol winterplaatje van. Maria schenkt koffie, iedereen werkt, loopt rond, praat en speelt ……… een plek waar je wil zijn!!!
Twee buitenlandse vrijwilligers zijn voor negen maanden op de Vijfsprong om mee te werken. De bedoeling van de European Solidarity Corps is om Europa te ervaren, en om te verbinden. Een reden voor vrijwilligers werk kan zijn dat je wilt weten waar kaas vandaan komt. Wat betekent antroposofie in praktijk? Herstellen en werken, hoe werkt dat? Hoe is het leven in de Achterhoek, Gelderland, Nederland?
Jonge mensen van verschillende culturen komen zo ook op de Vijfsprong en werken in tuin, huis, vee of in de zuivel. De negen maanden kunnen op verschillende momenten in het jaar ingaan. Elke dag is er iets nieuws te leren. Thema’s zoals antroposofie, (Demeter) landbouw, Nederlands met taal en cultuur, de zorg en inclusie worden in de praktijk ervaren.
Op dit moment woon ik samen met de andere buitenlandse vrijwilliger in de buurt van Zutphen, dat is eerst 10 km fietsen en dan kan het werk beginnen. Elke drie maanden wissel je van werkgebied. Overal is ruimte voor eigen ervaringen en leerpunten.
Europeanen tussen 18 en 30 jaar, kunnen online solliciteren bij de host organisatie Lava Legato. Ook in Rotterdam en Zoetermeer zijn plekken waar Lava Legato bezig is met verschillende projecten voor vrijwilligers.
And now in English: Two volunteers come for 9 month to work on the farm de Vijfsprong. (The projects of 9 month don’t start together.) One idea behind is experiencing and connecting Europe. Young people (18-30 years) with different backgrounds and cultures come to de Vijfsprong to work in garden, cattle, house or in the diary. Everyday there is something to learn. Topics as anthroposophy, (Demeter) agriculture, Dutch in language and culture, inclusion and (day-)care come together in everyday work.
My working day as a volunteer starts with 10km cycling to work. The volunteers live together close to Zutphen. At work is the idea to change working places each 3 month to get to know more from the farm. Everywhere volunteers can make experience and learn to come up for oneself. My reasons why were these Questions: where does cheese come from? How does anthroposophy looks in everyday work? Care and work how does it balance each other out? How is it to live in the Achterhoek, Gelderland, in the Netherlands?
Who can do this? Young people who live in an EU member state can apply for the project to the host organization Lava Legato. The organization is placed in Rotterdam, where they host all kind of other projects also some in Zoetermeer. Agriculture interest or social background can be useful. But mainly it is about motivation also for working physically and outside.
Een verhaal dat geschreven wordt door heel Urtica. Het gaat van groep naar groep gaan en zo langzaam groeien.
Dit verhaal begint in het bos. Het is een grijze dag en er vallen nog druppels van de bladeren van de regenbui die wegtrekt. Vogels vliegen af en aan en er ritselt van alles in de struiken en op de grond. Er komt een ridder aan. Hij zit hoog op zijn bruine paard en houdt de teugels losjes in een hand vast. In zijn andere hand heeft hij een brief.
De brief wordt zorgvuldig opgeborgen. Het paard houdt halt en de ridder stijgt af. Het paard mag wat eten gaan zoeken terwijl de ridder wat hout bij elkaar zoekt voor een vuur. Dat zal nog niet meevallen na deze regenbui. Het lukt hem toch om een vuur te maken. Als het lekker brandt gaat de ridder nog meer hout zoeken. Als hij een eind verder is ruikt de ridder iets en hij kijkt op. Er komt iemand aanlopen. Dat is Stefan die aan het wandelen is. Stefan zegt: “Ridder, ik ruik vuur.” De Ridder zegt: “Dit is mijn vuur, kom erbij zitten.”
Stefan en de ridder gaan in het bos overnachten. De ridder haalt zijn tent en het zadel van zijn paard en samen met Stefan zet hij de tent op. Ze slapen in de tent als het paard onrustig wordt. Het paard hoort muziek en onweer. De ridder zegt tegen Stefan: “Ik ga kijken wat er aan de hand is.”
De ridder spitst zijn oren en volgt het geluid van de muziek. Het regent hard en het onweer overstemd soms de muziek.
De ridder sluipt dichterbij want de muziek is nu zo luid dat er misschien wel anderen in de buurt zijn en de ridder weet nog niet of ze vriendelijk zijn of misschien wel gevaarlijk!
Zijn natte haren plakken tegen zijn gezicht. Hij baalt dat de kappers dicht zijn want zijn haren zijn veel te lang. “Straks maar even aan Stefan vragen of hij er wat af wil halen, of vlechtjes erin, net als mijn paard”, denkt de ridder.
Dan hoort hij lachen, heel hard lachen. Het maakt de ridder in de war want het lachen is een eng lachen, een gemeen lachen. “Wie lacht daar? En waarom lachen ze?” vraagt de ridder zich af.
Terwijl de ridder op onderzoek uit is gegaan zijn Stefan en het paard achtergebleven. Stefan vraagt of het paard ook bij hem in de tent wil wat het paard trilt als een rietje. Het past net aan.
Het regent nog steeds en ze horen hoe de druppels op hun tent plensen. “Een gezellig geluidje” zegt stefan. Het vuur is allang uit dus ze zitten in het donker te wachten op wat komen gaat……
De muziek is nog steeds in de verte te horen en de ridder loopt op het geluid af. Ineens ziet hij een mooi erf met een boerderij genaamd ‘de Vijfsprong’. Er zijn mensen die daar vrolijk dansen en feesten op de muziek.
“Wat is hier aan de hand?” vraagt hij. Hierop wordt geantwoord: “Wij hebben elk jaar rond deze tijd een feestje waar iedereen verkleed heen komt. Het thema van dit jaar is ‘naar’. Dus we zijn in verbinding met elkaar en met dit thema.” De ridder kijk verbaast en zegt: “Oké, interessant. Is het goed dat ik hier even de sfeer kom proeven?” waarop iedereen in koor antwoord: “Kom erbij en wees welkom!” Zo danste en kletse de ridder wat met iedereen.
Ineens bedacht de ridder zich dat het al laat was en hij Stefan en zijn paard had achtergelaten in het bos. De ridder bedankte iedereen voor de gezellige avond en ging weer op weg, terug naar het bos.
Het regende nog een klein beetje. Als de ridder weer bij de tent aankomt zegt Stefan tegen de ridder: “Jouw paard en ik hebben lang op jou gewacht. Wat ben jij lang weg geweest!” “Ja, dat klopt” antwoord de ridder, “ik heb ontdekt waar dat geluid en de muziek vandaan kwam. Het waren aardige mensen, het was goed volk.”
Stefan en de ridder kletsen nog even wat na. En langzamerhand vielen het paard, de ridder en Stefan in een diepe slaap.
De volgende morgen was de lucht helder en de zon kwam al een beetje op toen eerst Stefan langzaam ontwaakte. Kort daarna werd ook de ridder wakker en ze vragen aan elkaar “Wat zullen we vandaag gaan doen en beleven?”
De volgende morgen was de lucht helder en de zon kwam al een beetje op toen eerst Stefan langzaam ontwaakte. Kort daarna werd ook de ridder wakker en ze vragen aan elkaar “Wat zullen we vandaag gaan doen en beleven?”
Eerst weer de ogen dicht doen en nagenieten van het feest, dacht de ridder. Helaas was de dag te kort om dit te doen. Ze moesten verder om de brief weg te brengen. De plaats was nog onbekend. Iemand had gezegd: ‘natuur zal dit vertellen’.
Hij struikelde over zijn te lange haren en vroeg Stefan dit in te vlechten.
Tijdens het invlechten van zijn lange bos haren vertelde de ridder aan Stefan hoe het was geweest. Op het hoogte punt van het verhaal stak er een felle wind op. Dit is de juiste richting, dachten ze en vervolgde de reis met de wind in de rug.
Na een tijd komen ze het bos uit en in de verte lag het doel van de ridder zijn reis: de stad. Het is een koude dag en de ridder trekt zijn mantel wat strakker om zich heen. Hij voelt of de brief nog veilig zit en geeft zijn paard de sporen. Stefan kan niet zo hard lopen als het paard en kijkt de ridder na tot hij uit het zicht verdwenen is.
Fluitend keert Stefan terug naar huis. Dat was nog eens een avontuur!
Hoe dichter de ridder bij de stad komt hoe meer mensen er op de weg zijn. Hij laat zijn paard weer stapvoets lopen in de drukte. Bij de stadspoort aangekomen ziet hij een man naast de poort zitten. De man heeft versleten kleren en blote voeten. Zijn wangen zijn paars van de kou en hij houdt vermoeit een houten nap op. Er lopen veel mensen aan deze man voorbij alsof hij een struikje is. Als de ridder hem passeert kijken ze elkaar aan. De bedelaar steekt zijn nap wat verder omhoog. De ridder houdt halt en neemt zijn mantel af. Hij pakt zijn zwaard en de bedelaar krimpt ineen. Maar de ridder wil de bedelaar geen kwaad doen. Hij klieft zijn mantel in tweeen. De ene helft geeft hij aan de man en hij slaat zijn halve mantel weer om. Hij groet de man en vervolgt zijn weg.
In de stad zet hij koers richting herberg “In den gouden laars”. Hij stijgt af, geeft zijn paard aan de stalknecht en betreedt de herberg. Binnen is het heerlijk warm. Het is nogal druk dus hij moet even zoeken voor hij het doel van zijn reis ziet zitten: Nicolaas. Ze begroetten elkaar warm en drinken samen een chocolademelk. De ridder geeft zijn brief “Kijk Nicolaas hier is het verlanglijstje voor dit jaar.” Nicolaas neemt het aan en vraagt: “Je bent laat dit jaar, waar ben je geweest?”
“Ik kwam onderweg in een bos met een boerderij waar gefeest werd. Het lijkt erop dat ik daar lang gebleven ben. Hoe heette die boerderij ook al weer? De Zevensprong… nee, de Vijfsprong.”
“Ah de Vijfsprong, dat is zo’n mooi sprookje. Maar ik weet niet wie je daar gezien hebt want het bestaat niet echt natuurlijk. De Vijfsprong heeft misschien vroeger ooit echt bestaan, maar het is een legende, een sprookje voor kinderen. Een heel mooi sprookje Maarten!”
De volgende dag sta ik met ik met boerin Elizabeth in de koeienstal, samen met een andere Urticaan en nog vier anderen. Christiaan gaat “voordoend”, gefocust het uitmesten van de paardestal demonstreren. Samen met iemand uit de Duitse club mest ik de ruimte uit. Elisabeth duidt mijn handelingsimpuls als verbindend-ondersteunend. Dan zijn er nog maar 10 minuten over, en moet nog alles opgestrooid worden. Als een razende in de hoogste versnelling, als een geoliede machiene vliegt het stro rond.
’s Middags mogen we met Konrad mee voor een rondleiding. 25 jaar geleden is de boerderij gekocht van een weduwe en omgebouwd tot wat het nu is. Er wonen 16 mensen en er komen nog eens 10 mensen elke dag werken. Een klein doolhof waar ik na twee dagen de weg begin te vinden. We mogen in Silka haar kamer kijken. Miran ziet een mooie pop in bed liggen en Martijn wordt gegrepen door een Maria afbeelding op antroposofische wijze geschilderd. Aachim woont er ook met zijn vrouw en twee kinderen. Ik kom Alfa tegen in de grote kas en we bekijken de wintergroente: veldsla, rucola en spinazie. Buiten is Olivier met een trekker in de weer, Aachim staat wat te doen in de werkplaats. Julia en Johannes schilderen in het schildersatelier, de fruitbomen staan in de knop, de mist verhindert ons het zicht maar maakt er een sfeervol winterplaatje van. Maria schenkt koffie, iedereen werkt, loopt rond, praat en speelt ……… een plek waar je wil zijn!!!
Wij gebruiken technologieën zoals cookies om informatie over uw apparaat op te slaan en/of te raadplegen. We doen dit met als doel om de beste ervaring te bieden.